Spelen en filosoferen #2: 6x inspirerende werkvormen

Wanneer ik workshops ontwerp, probeer ik altijd een spelelement in te bouwen: een tekening achteraf, een denkexperiment tussendoor of een opwarmer aan het begin. Maar op een keer merkte ik dat het verwonderen en filosoferen het best lukte met groepen die ik aan het begin veel ruimte liet voor spel en verbeelding. En nog beter werd het wanneer ik begon te observeren wat kinderen deden met het materiaal dat ik meebracht en daar heel nieuwsgierig naar werd.

Al spelend filosoferen of filosoferend spelen kan rond de keukentafel, in de auto of zandbak. Het kan tijdens het fietsen, voorlezen of zaadbommen gooien. En het hoeft geen activiteit te zijn die wij als volwassenen ‘opleggen’ aan kinderen en voor moeten gaan zitten, maar spontaan groeit en ontstaat wanneer we er aandacht aan geven.

Hier vind je 6 werkvormen die in de praktijk supergoed werken en veel denk- en speelplezier brengen. Hopelijk inspireren ze jou om nieuwsgierig en speels te blijven in je praktijk en nodigen ze jou uit om vooral veel te gaan spelen.

Wanneer is iets af? Spelen met legoblokjes.*

Neem een bak legoblokken en zet de timer op 10 minuten. Zoek een tegenstander of speel het met de hele klas. Iedereen bouwt een huis dat zo goed mogelijk af is. Wanneer de tijd om is, stopt iedereen met bouwen en vertelt de groep waarom zijn of haar huis het meest af is. Filosofeer verder over wanneer iets af is, over wonen of architectuur, …

  • TIP: Let op de opmerkingen en vragen van kinderen tijdens het bouwen zelf. Ga tijdens het bouwen al met kinderen in gesprek. Je zou de timer ook heel ruim kunnen zetten en de kinderen in kleine groepjes bij elkaar kunnen zetten, zodat ze met elkaar filosoferen tijdens het bouwen.

Wanneer ben je verdwaald? Spelen met een stratenplan.

Kopieer wat stadsplattegronden en geef elk kind een plattegrond. Laat hen het startpunt zoeken (gebouw, park, …). Geef hen de opdracht om hun potlood door de straten te laten wandelen. Let op: de punt mag nooit van het blad af! De bedoeling is dat ze zo weinig mogelijk denken, maar zich laten leiden door waar het potlood naartoe gaat. Hoe zien hun routes eruit? Zijn ze op een bestemming aangekomen? Filosofeer tijdens of na de opdracht over toeval, kiezen, verdwalen, je weg vinden, steden, bestemming, …

  • TIP: gebruik een kleurstift of wasco voor een leuk effect of hang de plattegronden tijdens het tekenen aan het raam, de muur, ondersteboven, ….

Waar dient het voor? Spelen met dingen.

Verzamel een heel aantal verschillende dingen (lepel, vergiet, duikbril, bekertje, tandenborstel, …)  en gooi ze op een stapel. Speel ermee (geef eventueel opdrachten om te rangschikken, bouwen, ontdekken, musiceren,…). Leg nu 2 blauwe dingen apart (A) en doe hetzelfde met 2 groene dingen (B). Vraag aan een kind om een ding uit de resterende stapel te nemen en ze bij A of B te leggen. Waarom hoort dat nieuwe ding daarbij? Kunnen we ook een andere categorie verzinnen (kleur, vorm, gebruik, nut,…)? Filosofeer verder over het nut van dingen, waar iets bij hoort, …

  • TIP: Neem het boek ‘Waar dient het voor?’ (José Maria Vieira Mendes en Madalena Matoso) erbij en lees het na het spelen voor. Veel vragen gegarandeerd!

Hoe lijken mensen op dieren? Spelen met beweging.

Deel je groep op in twee groepen. De ene helft is kijker, de andere helft speler. Vertel dat we in een dierentuin zijn waar alle dieren in standbeelden zijn veranderd. (laat je fantasie gaan!) De leerlingen die spelers zijn, worden door de leerkracht één voor één in de dierentuin ‘gegooid’. Wanneer die leerling in de dierentuin is, neemt hij of zij de pose aan van een dier.

Wanneer alle spelers in een dier/standbeeld veranderd zijn, mogen de kijkers op zoek gaan naar een beeld dat ze leuk vinden. Ze nemen de houding van de speler over en worden dus zelf speler. De spelers worden kijkers en controleren of ‘spiegelbeeld’ de juiste houding heeft aangenomen. Eventueel mogen ze het beeld wat veranderen en gaan daarna weer rondlopen.

Achter de rug om van de kijkers gaan de spelers bewegen, maar als de kijkers omkijken moeten de beelden stokstijf blijven stilstaan. Wanneer een kijker ‘zijn’ speler ziet bewegen, gaan beide spelers zitten. Filosofeer tijdens en na het spel over dieren en mensen.

Kunnen planten dansen? Spelen met groene vingers **

Trek naar een plek waar veel planten staan of haal wat planten binnen. Laat de kinderen voelen aan de blaadjes. Hoe voelen ze? Laat ze ruiken. Laat ze de planten van dichtbij bekijken met een vergrootglas en van verder weg. Zijn alle blaadjes hetzelfde? Nu worden de kinderen een plant. Maak een mix van verschillende soorten muziek en geef de opdracht mee te bewegen/dansen alsof ze de plant waren. Filosofeer ondertussen over planten, dansen, gevoel, …

  • TIP: Kijk eens naar dit filmpje op YouTube. Wat doet de plant volgens jou? De bladeren reageren op trillingen in de lucht, waardoor het lijkt alsof de plant meebeweegt op de muziek. Hij komt vooral voor in Aziatische tropengebieden, dus je zal hem niet snel in een tuincentrum vinden.

Kunnen bomen boos worden? Spelen met modder ***

Trek naar buiten en laat je kinderen stevige modder maken in een emmertje. (Voeg eventueel bloem en olie toe zodat je modderspeeldeeg krijgt.) Maak er een stevige bal van en druk die bal tegen de schors van een boom. Met steentjes, takken, blaadjes en alles wat ze kunnen vinden, maken ze gezichten. Filosofeer ondertussen over de natuur, bomen, emoties.

*uit: filosofeerspel Vragenvulkaan

**uit: onze challenge over natuur die digitaal verkrijgbaar is als download.

*** uit: Nathalie De Martelaere, Speel! Inspiratie om slim te spelen en ontdekken

Nog meer spelen en filosoferen?

Lees: Spelen en filosoferen #1: zo doe je dat!

Lees: Spelen en filosoferen #3: boeken vol spelideeën

Genoten van deze tips? Volg Denkkaravaan op Facebook of Instagram voor meer aanstekelijk denk- en verwonderplezier.

Dit vind je misschien ook leuk

6+
Wat vriendelijkheid doet. Denkkaravaan leest: De man met de lange benen
4+
Nee! Denkkaravaan leest: Wolf en Rolf
10+
Geen gewone familie. Denkkaravaan leest: Een meisje met vleugels