Hoe filosoferen met je kind thuis? Enkele tips.

Kinderen zijn nieuwsgierige wezens. Sommige mensen menen zelfs dat kinderen geboren filosofen zijn. Maar hun verwondering aanwakkeren en echt tot bloei laten komen, vraagt om de juiste voeding.

Ik krijg vaak de opmerking van ouders dat hun kinderen zoveel (filosofische) vragen stellen. Belangrijk detail: dat zijn grotendeels ouders van jonge kinderen. Ook ik merk als ervaren gespreksleider dat jonge kinderen veel spontaner zijn in vragen stellen, verwonderen of gedachten delen. Vanaf een jaar of 10 lijkt die verwondering ondergesneeuwd door kennis en sociaal wenselijke antwoorden.

Maar dat hoeft zo niet te zijn. Met Denkkaravaan maken we net ruimte voor blijvende verwondering, spel en filosoferen.

Ik geef graag enkele tips over hoe je thuis met je kind kan filosoferen.

TIP: Begin met een goede vraag

Alles begint met een goede vraag. Vaak komen kinderen zelf met gekke of verrassende vragen. Waarom hebben volwassenen geen speeltijd op het werk? Hoe leert een vis zwemmen? Waarom moet ik naar school? Maar ook boeken, tv-programma’s, uitstappen kunnen verrassende denkstof opleveren. Ga op zoek naar vragen waarover je lang kan nadenken, waarop veel verschillende antwoorden bestaan en die je meenemen naar het dieper ontrafelen van grote thema’s als vriendschap, liefde, samenleven, tijd,… In goede kinderboeken worden zo’n vragen vaak letterlijk gesteld. Kijk bijvoorbeeld eens naar dit boekenlijstje.

 

TIP: Laat eerst je kind aan het woord

Kinderen stellen de hele dag door vragen. Het is normaal dat je direct wil antwoorden. Sta je te koken, vraagt je kind opeens ‘Waar was ik voordat ik geboren ben?‘ Je hoeft er geen les seksuele opvoeding van te maken. Laat de vraag tot je doordringen. Test eens uit wat er gebeurt wanneer je eerst een stilte laat en ook expliciet laat zien dat je over die vraag echt even moet nadenken.

De kans is groot dat je kind vanzelf met een verduidelijking van de vraag komt (er moet toch ergens een begin van mijzelf zijn) of vertelt vanwaar die vraag komt (op de foto’s van vroeger ben ik niet te zien). In plaats van antwoord te geven, herhaal je de vraag en vervolg je met ‘Wat denk jij zelf?’ of ‘Dat is een fijne vraag. Zullen we daar samen over nadenken?’

 

TIP: Jij weet het ook niet

Luister goed naar je kind en stap uit je rol van opvoeder of ouder. Je doet niet alsof je het ook niet weet, maar je weet het oprecht niet en wordt heel nieuwsgierig naar wat deze vraag kan betekenen om meer inzicht te krijgen in jezelf of de wereld.

Een kind weet heel goed dat het eerst in de buik van mama zit. De vraag gaat dus verder dan dat antwoord. Zijn een eicel en zaadcel de start van een kind? Ben je dan al jezelf? En hoe kan het dan dat net jij daaruit groeit? Ontstaat alles op die manier?

Neem je kind serieus als volwaardig gesprekspartner en onderzoek samen hoe de dingen in elkaar zouden kunnen zitten. Misschien moet je daarvoor even je boekenkennis en ervaring opzij schuiven. Kennisoverdracht is hier niet het doel. Je wil samen de magie en pret ervaren die deze verwondering met zich meebrengt. Toch?

 

TIP: Vraag door

De kans is groot dat een gesprek stopt nog voor het interessant wordt. Zie de vraag als een poort naar een grote tuin. Wanneer je binnen stapt, neem je enkel de bloemen en bomen die dichtbij staan waar. Maar neem je de tijd om te gaan ontdekken, dan pas zie je de onverwachte dingen.

Het geheim om je kind mee te krijgen in die ontdekkingstocht, is blijven doorvragen. Je rekt het denken van je kind op met deze vragen:

  • Kan je daar meer over vertellen?
  • Kan je uitleggen wat je daarmee wil zeggen?
  • Kan je een (tegen)voorbeeld geven van andere dingen die ‘geboren’ worden? Ontstaat alles op deze manier? Wordt een stoel bijvoorbeeld geboren?
  • Vraag naar argumenten: Waarom is dat zo? Waarom denk je dat? Is dat belangrijk?

 

TIP: Rek het denken nog meer op

Speel advocaat van de duivel en neem een standpunt in dat verschilt van dat van je kind. Kies bewust voor een extreem standpunt zodat je kind zijn of haar argumenten zal moeten verdedigen of herzien. Het kan geen kwaad te overdrijven of heel verontwaardigd te doen. Dat is het spel en kinderen doen niet liever dan meespelen. Bewaak het evenwicht tussen spel en oprekken. Je wil hen ook niet overweldigen of platslaan met jouw idee.

Wanneer het gesprek bijvoorbeeld gaat over eerlijk delen en je kind zegt dat iedereen een even groot stuk van de taart moet krijgen, antwoord dan eens heel ernstig dat je vindt dat dit niet zo is. Dat diegene die het grootst is, het grootste stuk mag krijgen, omdat die het meeste eten nodig heeft of het hongerigst is. Je kind zal verontwaardigd reageren, omdat dit een onverwacht antwoord is van een volwassene. Misschien antwoordt het wel ‘Het is de kleinste die het meest moet krijgen, want die moet nog hard groeien.’ En weer ben je wat dieper in je onderzoek. Want hoe ga je nu bepalen wat eerlijk is? Kan daar een algemene regel voor bestaan? Is dat voor iedereen hetzelfde? Wie mag bepalen wat eerlijk is?

 

Tot slot

Wanneer heb je dan goed gefilosofeerd? Een gesprek moet niet lang duren om filosofisch te zijn. Het belangrijkste is dat je je hebt laten leiden door de verwondering en je dingen in vraag hebt gesteld. Dat elk (voorlopig) antwoord tot een nieuwe vraag leidde. Dat elke vraag een ander deeltje van een groot idee onthulde dat je nog niet had gezien.

Wanneer kinderen aan het einde van mijn workshops filosoferen zeggen dat ze nog veel vragen hebben en nu echt aan het twijfelen zijn, dan zeg ik steevast dat ze goed hebben gefilosofeerd.

Lang leve de verwondering!

 

Zoek je nog inspiratie? In het spel Vragenvulkaan vind je een schat aan inspirerende vragen en thema’s die je met je kind kan onderzoeken. Bij elk thema hoort een creatieve opdracht die je samen kan maken. Bestel het spel hier.

Denkkaravaan organiseert ook regelmatig workshops filosoferen voor kinderen en webinars voor leerkrachten. Volg ons op Facebook, Instagram of schrijf je in op onze nieuwsbrief en je blijft automatisch op de hoogte!

 

Dit vind je misschien ook leuk

6+
Wat vriendelijkheid doet. Denkkaravaan leest: De man met de lange benen
4+
Nee! Denkkaravaan leest: Wolf en Rolf
10+
Geen gewone familie. Denkkaravaan leest: Een meisje met vleugels